De bewoners

Nederhorst is in de loop der eeuwen vele malen van eigenaar gewisseld. Dit gebeurde door huwelijk, door overerving of door verkoop. Er zijn, met uitzondering van de families Van der Horst en Van Reede, maar weinig families geweest die het kasteel gedurende enkele generaties in bezit hadden dan wel er ook daadwerkelijk voor langere tijd woonden. De eigenaren of rechthebbenden in de eerste helft van de 13e eeuw zijn niet bekend. In 1257 wordt Alfert van Wulven als Heer van Nederhorst vermeld. De familie Van der Horst zetelde negen generaties lang, gedurende een kleine driehonderd jaar op het stamslot Nederhorst. In 1560 stierf deze familie in mannelijke lijn uit waarna het kortdurend in bezit kwam van de familie Van Zuylen van de Haer.

Het kasteel met landerijen werd in 1579 aangekocht door Goert van Reede van Saesfeld, telg van een van de machtigste oude families van Nederland. De familie bezat al een aantal aanzienlijke kastelen als Renswoude, Amerongen en Drakestein. Er zouden zeven generaties Van Reede zijn die zich heer of vrouwe van Nederhorst mochten noemen.

Godard van Reede, Gerard ter Borch (1648), Rijksmuseum

Godard van Reede, Gerard ter Borch (1648), Rijksmuseum

 

Kleinzoon Godard van Reede (1588-1648), is voor Nederhorst van groot belang geweest. Hij ontwikkelde op daadkrachtige wijze de buitenplaats Nederhorst, zowel door het vergroten en verfraaien van het kasteel als door het laten graven van een kanaal, Nieuwe Vecht , Reedevaart en later Reevaart genaamd.

Oorspronkelijk bestond er al een verbinding tussen de slotgracht en de Vecht, later werd dit kanaal verlengd zodat het een forse meander in de Vecht afsneed en alle scheepvaartverkeer voortaan langs het kasteel voer. Op de Reevaart kon de kasteelheer tol heffen.

Nederhorst werd uiteindelijk een – naar Hollandse begrippen fors bemeten – rechthoekig, gebouw  met zeskante torens buiten op de vier hoeken. Fragmenten van de donjon werden opgenomen in het muurwerk van de zuidwestelijke gevel en zijn nog altijd zichtbaar.

Genealogie van Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken en Anna Elizabeth van Reede met portretten en kwartierstaten. (circa 1692), Collectie Slot Zuylen

Genealogie van Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken en Anna Elizabeth van Reede met portretten en kwartierstaten. (circa 1692), Collectie Slot Zuylen

 

Door een huwelijk met een erfdochter kwam het kasteel gedurende twee generaties in handen van de familie Van Lockhorst, de eigenaar van Slot Zuylen. De kleindochter Anna Elizabeth trouwde op 13 jarige leeftijd met haar stiefbroer Hendrik Jacob van Tuyll van Serooskerken. Nederhorst zou 87 jaar binnen deze familie blijven.

Dergelijke buitenplaatsen werden destijds in de meeste gevallen niet permanent bewoond, maar gebruikt als zomer– en jachthuis. Zo had de familie Van Tuyll een groot stadshuis in de immuniteit van St. Pieter op de Kromme Nieuwegracht 3  in Utrecht voor permanente bewoning en daarnaast het makkelijk bereikbare Slot Zuylen voor de zomer.

Godert Willem van Tuyll van Serooskerken liet dit bezit na aan zijn dochter Susanna Eleonora die gehuwd was met de Drentse baron Jan Arend de Vos van Steenwijk (1684-1713). Daarna werd hun zoon Jan Arend Godert de Vos van Steenwijk (1713-1779) heer van Nederhorst en Overmeer.

John Hope, Benjamin Bolomey, (1784), particuliere collectie Engeland

John Hope, Benjamin Bolomey, (1784), particuliere collectie Engeland

 

Hij verkocht Nederhorst in 1757 aan de bekende bankier John Hope (1737-1784), een van de meest gefortuneerde mannen van Europa, die zich sindsdien tooide met de titels ‘Heer van Nederhorst, Horstwaerde, Overmeer en Riethoeven’. Voor de eerste maal kwam het kasteel binnen de Amsterdamse sfeer en een voornaam patriciër nam de plaats van de Stichtse adel.

Hij bewoonde het huis echter niet of nauwelijks daar hij ook nog het landgoed Groenendaal bij Heemstede bezat. Om de uitgestrekte tuinen van dit landgoed van water te kunnen voorzien had hij daar in 1781 een van de eerste stoommachines in Nederland laten installeren.

Jonkvrouwe Constantia Jacoba Agnes Warin bij haar 75-jarig jubileum als Ambachtsvrouwe voor Nederhorst den Berg in 1900. (Collectie Cees van Huisstede)

Jonkvrouwe Constantia Jacoba Agnes Warin in 1900. (Collectie Cees van Huisstede)

In de Napoleontische tijd werd het landgoed beheerd door Henricus Rappardus, dominee in Nederhorst den Berg. Nederhorst werd vervolgens verkocht aan Hans Hendrik van Haersma (1761-1825).

De kinderloze Van Haersma liet het na aan zijn nicht Jkvr. Constantia Jacoba Agnes Warin (1820-1902). Hiernaast staat zij afgebeeld bij haar 75-jarige jubileum als Ambachtsvrouwe voor Nederhorst den Berg in 1900.

Zij bewoonde het kasteel samen met haar eveneens ongetrouwde zuster. Beiden hebben veel betekend voor de kerkelijke gemeenschap.

 

Gerard Jacob Karel van Lynden met zijn drie zusters en broertje, spelevarend op de Reevaart (Harmine Wolters collectie)

Gerard Jacob Karel van Lynden met zijn drie zusters en broertje, spelevarend op de Reevaart (Harmine Wolters collectie)

 

Op haar beurt liet freule Warin het na aan haar 16-jarige neef G.J.K. baron van Lynden (1886-1964). Door erflating aan een jonge generatie werd op zijn minst één stap in de successiebelasting vermeden. De feitelijke hoofdbewoner in de eerste Van Lyndenjaren was zijn vader, die onder meer burgemeester van Utrecht zou worden. Hij heeft opdracht gegeven tot diverse verbouwingen en restauraties. Na zijn huwelijk met Jkvr. C.W.C. Repelaer in 1909 , ging de jonge G.J.K baron van Lynden op Nederhorst wonen. Alle vijf de kinderen werden er geboren.

Van Lynden verkocht kasteel Nederhorst in 1929 aan F.O. graaf van Bylandt (1874-1948), maar zonder bijbehorende pachtboerderijen en sommige heerlijke rechten zoals de jacht- en visrechten. Zo berust het ‘recht van de zwanenvlucht’ op een stuk van de Vecht nog altijd bij de familie Van Lynden. Het visrecht bleef echter onderdeel uitmaken van het bezit van het kasteel.

Gedurende de tweede wereldoorlog werd het kasteel bewoond door derden die hun woning als gevolg van oorlogsschade waren kwijtgeraakt. Na de oorlog werd het huis verwaarloosd, het raakte in verval, en in 1947 verkocht Van Bylandt Nederhorst aan de investeringsmaatschappij Amstelburgh. Het is niet duidelijk wat voor specifieke plannen deze projectontwikkelaar met het kasteel had, maar wel dat er niets van terecht is gekomen. In 1959 kocht de Amsterdamse ondernemer Jan Lourens Jonker Nederhorst. In 1971 droeg hij het over aan de naar zijn vrouw vernoemde Harmine Wolters Stichting.

Huidige bestemming

Een gedeelte van het kasteel en de bijgebouwen zijn tientallen jaren gebruikt door Toonder Studio’s, bekend van de avonturen van Tom Poes en heer Ollie B. Bommel. Er wordt wel gezegd dat Nederhorst model heeft gestaan voor Bommelstein, maar het kasteel van Heer Bommel verscheen al meer dan tien jaar eerder in de strips voor dat Nederhorst door  Toonder studio’s in gebruik werd genomen. Ook werden in deze studio’s de animaties gemaakt van Loeki de Leeuw, bekend van de STER reclame.

In het kasteel is momenteel het hoofdkantoor van OnGuard gevestigd. De bijgebouwen zijn deels in gebruik als geluidsstudio deels particulier bewoond.

Tafel van bewoners

Tafel van Bewoners